Drie jongens, drie rondes

23 augustus 2014 - Riga, Letland

Florian en Jeroen

Ojārs is een held. Hij is de broer van Laura. Het is inmiddels een aantal dagen geleden dat wij met hem lunchten. Ojārs bracht ons naar een Oosters restaurant. Chris kreeg voor de eerste keer in zijn leven sushi en wij allen aten met chopsticks (in het begin; Florian schakelde rustig over op vork en mes toen het moeilijk werd). Ojārs gaat volgend jaar in Engeland studeren en vond het erg leuk om de Engelse taal te kunnen oefenen. Natuurlijk had hij ook veel vragen voor Chris, die immers Britser dan Brits is.

Na afscheid te hebben genomen van Ojārs spoedden wij ons naar de speelzaal. Een Australische IM en een Franse IM speelden respectievelijk tegen Chris en Florian. Jeroen speelde tegen een Let met een Russische naam. In de partij van Chris kwam de Siciliaanse Rossolimovariant op het bord. Beiden deden weinig verkeerd. Chris had wat druk en bouwde aan een aanval, maar de Australiër wist een eeuwig schaak te vinden. Florian speelde een complexe Konings-Indiër. Hij moest oppassen om niet te worden overlopen. Gelukkig wist hij afdoende te priegelen in de kleine ruimte en kon hij zelfs uitbreken, maar meer dan remise zat er echt niet in. Jeroen verkreeg voor de zoveelste keer in dit toernooi een gewonnen stelling, maar speelde die niet goed uit. In een Budapestgambiet kwam hij al snel een kwaliteit voor, maar hij maakte het zichzelf heel moeilijk en offerde zelfs een toren toen hij in tijdnood kwam. Het ingewikkelde eindspel dat uiteindelijk op het bord kwam had remise moeten zijn, maar Jeroen verloor in de late avond zelfs nog.

Florian en Jeroen speelden lange partijen, dus was Chris al lang weggegaan. Weg naar Dita. Ze hadden een goede avond. Florian en Jeroen zochten verwoed naar een laat avondeten. Ze belandden in een schaakcafe met reeds gesloten keuken. Dan maar partijen bekijken onder het genot van een goed bier. Even later belde Chris, die zich zonder sleutel voor het appartement bevond. Florian en Jeroen repten zich naar het appartement, dat opeens om de hoek bleek te zijn. Chris vertelde trots over zijn avond. Hij had zich tegoed gedaan aan de tweede sushimaaltijd van zijn leven. Rare smurf.

Voor de verandering sliepen we eens goed. Dit gaf ons goede moed om wat cultuur te gaan snuiven. Elk mens geeft hier zijn eigen interpretatie aan. Jeroen wilde naar een fotografiemuseum, Florian naar een tentoonstelling van Letse kunst en Chris wilde naar een terras. Zo gezegd, zo gedaan. Het fotografiemuseum was erg klein en ons bezoek was dan ook kort. Hierna namen wij plaats op het terras van een steakhuis. Hier aanschouwden wij mooie karakters. Jeroen moet nog wel leren om de goede richting op te kijken. De tentoonstelling van Letse kunst was erg indrukwekkend en gaf ons de rust om goed te schaken.

Olga begeleidde ons naar de speelzaal. Doet ze goed. We waren allen ingedeeld tegen sterkere tegenstanders. Chris en Florian speelden tegen 2300-spelers, Jeroen tegen een 2100. Chris deed in het Frans iets fout en verloor al snel. Jeroen kwam in de Engelse opening erg slecht te staan, maar wist dit keer wel te winnen. Hij truukte zijn tegenstander een paar keer en klaar was Jeroen. Florian speelde een Tarrasch met wit. Zijn tegenstander, een sterke Franse fidemeester, dacht lang na in de opening. In de tijdnoodfase ontstond een stelling waarin beide partijen elkaar volledig hadden vastgezet. Florian kon geen weg naar voren vinden, en dus nam hij het remiseaanbod van zijn tegenstander aan.

Folkklubs!! We gingen hard. De eerder genoemde Kruka’s werden met veel moeite aangesleept. Jeroen ging menigmaal halen, omdat de serveerster aantrekkelijk was. Op een gegeven moment werd hij zelfs voor een ober aangezien. Wij ontmoetten Mārtiņs, een goede Letse jongen met nog meer bier. Terwijl Florian zijn beste Lets aan het uitproberen was, was Jeroen vooral verrukt over de vrijgevigheid van Mārtiņs: “Hij gaat bier halen. F*** dat schaaktoernooi!” Chris had intussen een nieuwe bewonderenswaardige observatie ontdekt: de serveerster die overal lege glazen oppikte. Toen ze met vijfenentwintig glazen in haar arm langskwam, merkte hij op: “Ze heeft skills.” Dertig glazen: “Ze heeft kapotveel skills.” Vijfenveertig glazen: “Ik moet met haar trouwen.” Twee uur later keek hij nog steeds zijn ogen uit.

Gisteren zaten we er alledrie katerig sufjes bij, maar bij Jeroen zag je het niet. Heel rustig brachten wij de vroege middag door. Boodschappen, een beetje voorbereiden, schrijven aan de blog. Bij de speelzaal ging het al wat beter. De dagelijkse wandeling naar de Exhibition Hall deed ons goed.

Op papier hadden we wederom sterke tegenstand. Zowel Florian als Chris speelde tegen een internationaal meester. Jeroen nam plaats tegenover een Italiaanse fidemeester. Chris speelde een goede opening en kwam daardoor gelijk of zelfs iets beter te staan. De Grünfeld ligt hem toch wel. Helaas ging er in het middenspel iets fout. Zijn tegenstander kreeg een sterke vrijpion en die bleek doorslaggevend. Florian speelde tegen een zeer solide Rus. Dat bleek ook uit zijn openingskeuze: de Colle. Florian leverde ergens een pion in (oeps), maar kreeg in ruil hiervoor wel de actievere stukken. Beetje bij beetje wist de Rus zijn stukken vrij te maken en zijn materiële voordeel uit te buiten. Het is leuk om te zien hoe Florian elke dag weer in een andere taal met zijn tegenstanders analyseert. Engels, Frans, Duits en Russisch zijn de revue al gepasseerd. Daar kunnen Chris en Jeroen nog wat van leren. Jeroen mocht deze middag tegen een Leningrader aankijken. Hij deed zijn gebruikelijke zetjes. Zijn tegenstander deed een aantal zetten om de stelling uit balans te brengen. Hierdoor kreeg zwart een wat verzwakte pionnenstructuur in ruil voor actief stukkenspel. Jeroen probeerde de zwaktes uit te buiten, terwijl de Italiaan de witte koningsstelling bestookte. Dit resulteerde in een tactisch gevecht, waarin Jeroen de bovenliggende partij bleek na een fout van de tegenstander in de tijdnoodfase. Een scalp!

Zoals we eerder deze week hadden afgesproken, werd de scalpensloper getrakteerd op een kilo varkensvlees bij Folkklubs. Daar kwamen wij ook een drietal oude bekenden tegen, goede vrienden van Gijs. Het was een gezellige avond. En de kilo ging op. We kwamen nagenoeg keurig op tijd thuis en hebben een kalme ochtend achter de rug. Dat is vooral te danken aan het ontbreken van Christopher (op sjok met Dita). De weelde van de rust daalde weldadig op Florian en Jeroen neer. Maar we zijn dol op ons aapje.