Na oorlog komt vrede

28 augustus 2014 - Sigulda, Letland

Florian en Jeroen

In een dorp waar de fontein het meeste kabaal maakt, is het nooit saai. Het contrast tussen Riga en Sigulda is enorm. In Rīga is iedereen maar druk aan het werk en bezig met van alles en moe van van alles en wat al niet, terwijl Sigulda veel wegheeft van de weergave die Gerard Reve eens van het paradijs gaf: man loopt langs, kijkt naar vogel, loopt verder, zit op bankje, praat met buurman, slentert door om een broodje te kopen. Zulke taferelen zijn precies wat we nodig hadden na onze geweldige maar hectische tijd in Rīga. Laat ons verdergaan waar wij eindigden in de laatste blog.

Op de ochtend voor de voorlaatste ronde ontmoette Chris wederom Dita. Florian en Jeroen kozen voor een andere invulling van de ochtend. Eerst bezochten zij het Talmonument. Er is geen museum gewijd aan de wereldkampioen, maar er is wel een monument in een stadspark. Daar krijg je honger van. Laura had ons een een erg goed traditioneel Lets restaurant aangeraden. Van goed eten lusten ze in dit land wel pap. Als tonnetjes rolden wij naar de speelzaal en pikten onderweg Chris op. De arme jongen had thee zitten leuten en rammelde van de honger. Verder had hij weinig te klagen.

In de achtste ronde speelde Chris tegen een oudere Zwitser, Florian tegen een Let van middelbare leeftijd en Jeroen tegen een jonge talentvolle Engelsman. Chris dook de chaos van de Winawer in en toen zijn tegenstander geen dames wilde ruilen werd de man snel van het bord gesmeten. Florian mocht weer een Benko bestrijden. Die werd een lastig toreneindspel waarin zijn tegenstander twee vrijpionnen liet doorlopen. Nu had hij er zelf ook wel ēēn, dus het was nog knap lastig. Zo lastig dat Florian in het zicht van de finish hopeloos strandde en de winst al zag verdampen. Zijn tegenstander gaf echter evenwel meteen op na de blunder van Florian. Dat was eigenlijk wel grappig. Zoals wel vaker in dit toernooi wist Jeroen een goede stelling op te bouwen (20 zetten Houdini), maar koos hij in de kritieke stelling voor de volkomen verkeerde voortzetting. De stelling was dusdanig complex dat het onmiddelijk over en sluiten was.

Direct na het afronden van zijn partij ging Chris op zoek naar Dita. Florian en Jeroen maakten een ommetje langs de locatie van een groot Lets festijn. Vervolgens sloegen de twee soepkippen te veel in voor de laatste dag en avond in Riga. Gelukkig kwam ook Dita deze avond langs om van de rauwkost te genieten. Toen Chris al enige tijd weg was (hij bracht Dita terug naar het station), kregen wij een telefoontje van hem met het verzoek om bier, nog meer bier en een woord dat we liever niet in de blog opnemen. Dita bleek ietwat jonger te zijn dan zij overkomt. De arme Chris is een ervaring rijker.

Traditioneel vindt de laatste ronde van een schaaktoernooi op een vroeger tijdstip plaats. Dit geeft de minder succesvolle spelers de gelegenheid om de terugreis tijdig te volbrengen en verschaft de succesvolle spelers genoeg tijd om bij de prijsuitreiking aanwezig te zijn. Het vroege tijdstip bleek ons niet te liggen. Chris stond goed maar wist een taaie Let er niet af te krijgen: remise. Florian vergaloppeerde zich in een Nijlpaard en wist weer van een meisje te verliezen. Drie kinderen, een half punt en een karrevracht aan rating de mist in. Zucht. Jeroen speelde tegen een wat oudere Let. Door een rare gedachtekronkel kwam hij terecht in een voor hem onbekende variant van het Hollands. Hoewel hij het lange tijd volhield, ging de partij langzaam maar zeker verloren.

Nadat we terug naar het centrum waren gewandeld, ging Chris winkelen. Hij kwam met een lege portemonnee en een veel te knappe uitdossing terug. De swag ging veel te ver. Florian en Jeroen deden dan ook niet hun best om hierbij in de buurt te komen. Chris hielp Jeroen wel door hem enkele pronkstukken uit zijn swagcollectie uit te lenen. Jeroen ging als Armaniboy de deur uit. Folkklubs verblijdde ons met een enorme bierbroodplank, die wij in een vliegend tempo naar binnen wisten werken. Bij onze vorige ontmoeting met Quirien, George en Gijsbert hadden we afgesproken samen uit te zullen gaan. Ook zij waagden zich aan deze plank, maar kregen hem bij lange na niet op. Na de maaltijd begaven wij ons met z'n zessen naar het hostel van onze vrienden. Hier dronken wij meer bier en werden volledig bij tafelvoetbal weggespeeld door twee Letten. Zij waren veel te goed, het ging helemaal nergens over.

Vervolgens gingen we los in een karaokebar. Daar troffen we ook de bezopen organisatie van het schaaktoernooi aan. Wij vonden het een goed plan om hen nog zatter te voeren door hen te trakteren op baco's. Ze wisten niet wat hen overkwam. Vrolijkheid en gezang alom. Het nachtmutsje in de hippe tent hadden we beter achterwege kunnen laten. We sliepen in met het late ochtendgloren. Daar laten we het graag bij. What happens in Rīga, stays in Rīga. Toch, Chris?

De hel is de ochtend. We ruimden de boel op en zegen neer voor de lunch en heel veel thee. Aan Jeroen was natuurlijk weer niets te zien; Chris en Florian waren rijp voor de sloop. Het uitzwaaien van Chris was ontroerend. Jeroen kreeg zelfs een natte kus van de koningaap. Die bereidde hem dan weer wel goed voor op de stortbui die Florian en Jeroen naar de bushalte begeleidde. Tot ziens Rīga, ongetwijfeld tot volgend jaar. De busreis was gelukkig niet al te vermoeiend. Het aangezicht van de buitenwijken van Rīga en de bossen op het platteland vormde een welkome afleiding van de natte kleren.

In Sigulda is alles rustig. Tjokvol bomen, fonteintje hier, fonteintje daar, cafētje met taartjes, koffie erbij, oude mannetjes, toffe vrouwtjes, lang leve de rust. Florian en Jeroen belandden in een dermate vergevorderd slaapdronken stadium dat ze het bestaan van de (voorlopig fictionele) eenpotige mus met zuignap onderzochten. Ook kochten ze spullen in een supermarkt die ze vervolgens rustig bij de kassa lieten liggen.

Nadat zij waren opgehaald door Ojārs, ontmoette Jeroen de schoonouders van Florian. Aardige mensen, goed eten, alles rustig. Met Ojārs gingen wij vervolgens naar de plaatselijke ontmoetingsplaats voor de jeugd in Sigulda. In het cafe, dat deze zomer is geopend door voormalige klasgenoten van Ojārs, deden wij ons tegoed aan sandwiches. Geen stress, alleen voor Florian. Hij had het niet goed die nacht. Er zat blijkbaar iets verkeerds in het broodje.

Florian was dinsdag erg vermoeid. Hij had nauwelijks kunnen slapen. Toch besloten Ojārs, Florian en Jeroen naar het Rundalepaleis af te reizen. Dat is een vorstelijke zomerresidentie met tuinen, die op die van Versailles zijn gebaseerd. We vermaakten ons opperbest. In de middag bezochten wij een ander kasteel en het samenkomen van twee rivieren. Op de terugweg dachten wij nog even een kleine herdenkingsplaats mee te kunnen nemen, maar die bleek het meest indrukwekkende van de dag te zijn. In het concentratiekamp van Salaspils werden we stil. Enorme beelden torenen boven de resten van kampmuren, ter herinnering aan de gruwelijkheden die daar hebben plaatsgevonden.

Die avond dineerden allen bij de ouders van Laura. Het is al vaker vermeld, maar Lets voedsel is zo goed. Er werd nog even geskyped met Laura en de dag was voorbij. Op de woensdag was het tijd om de wat nabijere omgeving te verkennen. Sigulda, Cēsis en een groot meer werden aangedaan. Het diner was wederom goed, evenals de zelfgemaakte taart van Mārita, onze gastvrouw. Een bezoek aan de Letse bioscoop kan je ook niet missen. The Expendables, “I am The Hague”. Jawel.

Donderdag regent het ook. Biezpienspannenkoeken en binnenshuis schrijven. Jullie hadden nog iets van ons tegoed, waarde toehoorders. Wie weet tot later. Kom ook eens naar Letland. Atā.